LDL-cholesterol is een ‘lage-dichtheids-lipoproteïne’, die vetmoleculen transporteert in ons bloed. LDL transporteert de vetmoleculen van de lever naar plaatsen in het lichaam waar ze nodig zijn, bijvoorbeeld voor de aanmaak van hormonen. Maar welke invloed heeft linolzuur op het LDL? LDL bestaat voor een groot deel uit linolzuur. Echter is linolzuur een vetzuur dat snel kan oxideren. Oxidatie is een chemisch proces waarbij vrije radicalen vrijkomen, wat kan leiden tot ontstekingen. Deze ontstekingen spelen een belangrijke rol bij de vorming van atherosclerose, een vernauwing van de bloedvaten. We noemen dit ook wel aderverkalking.
Naast het feit dat linolzuur kan zorgen voor oxidatie van LDL, verlaagt linolzuur het HDL-cholesterol en verhoogt het de vetmoleculen (tryglyceriden) in het bloed. HDL-cholesterol is een ‘hoge-dichtheids-lipoproteïne’ die de vetmoleculen vanuit het bloed weer terug naar de lever transporteert voor opslag. Bij onvoldoende HDL blijven vetmoleculen onnodig lang in de bloedbaan, wat schade kan aanrichten aan de bloedvaten.
Het omega-6 vetzuur linolzuur komt het meest voor in ons Westerse voedingspatroon. Het wordt omgezet in ons lichaam naar gammalinoleenzuur (GLA) en arachidonzuur (AA) maken. Het omega-3 vetzuur alfa-linoleenzuur wordt in het lichaam omgezet naar eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA). Van nature komen EPA en DHA voor in (vette) vis, krill, of algen. Het meest ideaal is een vetzuurverhouding van omega-3 en omega-6 tussen 1:1 en 1:5; dan is de werking van deze vetzuren optimaal. In onze westerse voeding is de omega-3/-6 ratio ongeveer 1:16 of hoger, wat mede komt door de hoge inname van linolzuur.
Het is vanwege de negatieve effecten op LDL cholesterol en de omega-3/-6 ratio aan te raden om de hoeveelheid linolzuur in de voeding te verminderen. Gebruik olijfolie, kokosolie en roomboter in plaats van plantaardige oliën, margarine, halvarine en bak- en braadvetten. Anderzijds draagt verhoging van de omega-3 inname bij aan verbetering van de omega-3/-6 ratio. Dit kan door het eten van vis, bij voorkeur vette vis, zoals haring of zalm.