Schimmels zijn overal
Schimmels en bacteriën zijn alom vertegenwoordigd in onze omgeving: in de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten. Niemand is schimmelvrij, het is een integraal deel van onze flora in huid, longen, mond, darmen en vagina. In de darmen wordt de schimmelcompositie beïnvloed door leeftijd, immuunsysteem, dieet, medicatie en aanwezige bacteriën.
Het is moeilijk om met huidige staat van wetenschap al aan te geven wat een gezond mycobioom is. Maar onderzoek met gezonde personen liet zien dat er in het maagdarmkanaal 66 schimmelgenera en 184 soorten zijn aangetroffen, waarvan de candida de dominante genera is. [1]
Essentiële speler in de darmen
Hiermee is het mycobioom wat minder divers dan het bacteriële microbioom. Maar toch blijken schimmels en gisten een essentiële speler in darmen te zijn. Een schimmelcel is 100 keer groter dan gemiddelde bacteriecel en vormt alleen hierdoor al een behoorlijke biomassa die een actieve wisselwerking heeft met de gastheer, vooral het immuunsysteem, en de darmbacteriën.
Tot voor kort waren de analyse-instrumenten voor de darmen vooral ontwikkeld voor bestuderen van bacteriën, maar tegenwoordig worden er ook stappen gezet om het mycobioom te onderzoeken, via DNA-extractie van bepaalde soorten, tot analyse van gegevens die verkregen wordt met de nieuwste generatie DNA-sequentie-apparatuur. [2]
Onderzoeksresultaten onderschrijven het belang van de rol van schimmels en gisten.
Net als darmbacteriën draagt het mycobioom bij aan fysiologische functies en homeostase van de gastheer gedurende zijn leven.
Voorkomen van immunologische problemen
Commensale, ‘goede’ schimmels en gisten, kunnen een cruciale factor zijn in de darm voor het voorkomen van immunologische problemen. Een voorbeeld is de dialoog tussen de gist Saccharomyces boulardii en een darminfectie met Clostridium difficile. In muizen gaf een toediening met S. boulardii een verhoogde productie van immunoglobine-A (IgA). In een ander onderzoek belemmerde S. Boulardii bovendien de ontstekingsreactie bij patiënten met prikkelbare darmsyndroom, door de activatie van T-cellen te voorkomen, en de uitscheiding van pro-inflammatoire cytokinen te verminderen, zoals TNF-alpha en IL-6. Daarbij werd bovendien gezien dat S. Boulardii Il-10, een anti-inflammatoire cytokine, juist stimuleerde, evenals de groei van het darmslijmvlies bevorderde. [3]
Invloed op zenuwstelsel in de darmen
Schimmels blijken ook in staan om neurotransmitters te synthetiseren of vrij te geven, net als vele bacteriën. Zo kunnen de gist Cerevisiae en de schimmel Penicillium chrysogenum hoge concentraties aan norepinefrine produceren, een neurotransmitter die betrokken is bij hersenactivatie en beweging en aggressief gedrag verhoogt en angstreacties vermindert. [4] Verder is de gist C. albicans in staat om histamine te produceren en dit is een andere neuromediator die betrokken is bij regulatie van de eetlust, slaap-waakritme en cognitieve activiteit. [5] De directe invloed lijkt nog niet duidelijk, maar vermoedelijk hebben ze niet direct invloed op het centrale zenuwstelsel maar wel op het zenuwstelsel in de darmen.
Interactie bacteriën en schimmels beïnvloedt darm-hersenas
Verder lijkt het mogelijk dat een lokale wisselwerking tussen bacteriën en schimmels en gisten invloed op de darm-hersenas heeft, al is er nog geen studie die specifiek dit heeft bestudeerd. Diverse onderzoeken ondersteunen dit vermoeden echter wel. Zo is er een muizenmodel waarin muizen meer last kregen van een dikke darmontsteking, nadat de schimmel en gisten in de darm waren verminderd, en de bacteriën juist vermeerderd. [6] En ook in een andere studie werden in de darmflora specifieke en significante schimmel-bacteriën correlaties gevonden. [7]
Directe invloed op darm-hersenas
In ieder geval is het wel steeds duidelijker dat het mycobioom een directe invloed heeft op de darm-hersenas, vergelijkbaar met de wisselwerking tussen het microbioom en de hersenen. Een belangrijk bewijs voor de sleutelrol van het mycobioom in de darm-hersenas is de dysbiose in het mycobioom bij mensen met het prikkelbare darmsyndroom (IBS). In een onderzoek werd bijvoorbeeld gevonden dat een suppletie met S. boulardii de IBS verbeterde. [8] Dergelijke data plaveien de weg voor toekomstige studies om te bekijken welke in de darm ontbrekende schimmels en gisten in het mycobioom geassocieerd kunnen worden met IBS.